Document opgeslagen in printergeheugen
De faxen worden automatisch in het printergeheugen opgeslagen wanneer ze worden ontvangen. Het printergeheugen heeft echter een maximale limiet voor het aantal faxen of onderwerpen dat het kan bevatten. Wanneer het printergeheugen vol is, worden de eerst opgeslagen faxen overschreven door de laatst opgeslagen faxen.
Standaard worden ontvangen faxen automatisch afgedrukt nadat ze worden ontvangen.
In de volgende gevallen worden de ontvangen faxen niet afgedrukt. De niet-afgedrukte faxen worden niet overgeschreven, zelfs als de printer de fax opnieuw ontvangt.
- Het papier is op.
- Er is een ander papierformaat geplaatst dan is opgegeven voor Paginaformaat (Page size) bij Inst. voor faxpapier (FAX paper settings).
- Niet afdrukken (Do not print) is geselecteerd voor Ontvangen docum. (Received documents) in Autom. afdrukinstell. (Auto print settings) onder Faxinstellingen (Fax settings).
- U hebt op de knop Stoppen (Stop) gedrukt om het afdrukken van een ontvangen fax te annuleren.
Als het printergeheugen vol is met niet-afgedrukte faxen, kan de printer geen faxen meer ontvangen. Controleer het Faxgeheugen (FAX Memory)-lampje regelmatig, druk de faxen af en verwijder ze uit het printergeheugen.
Belangrijk
-
De printer kan maximaal 50 faxpagina's* (max. 20 documenten) opslaan in het printergeheugen.
* Wanneer u ITU-T No.1 chart gebruikt (standaardmodus)
- Als u het netsnoer van de printer uit het stopcontact haalt, gaan alle faxen verloren die in het printergeheugen zijn opgeslagen.
Opmerking
-
Het Faxgeheugen (FAX Memory)-lampje brandt, knippert of is uit, afhankelijk van de faxen die in het printergeheugen zijn opgeslagen.
UIT: Faxen worden niet opgeslagen in het printergeheugen.
Lampjes: Afgedrukte faxen worden opgeslagen in het printergeheugen.
Knippert: Tijdens ontvangst of wanneer een niet-afgedrukte fax wordt opgeslagen in het printergeheugen.
* Wanneer Niet afdrukken (Do not print) bij Ontvangen docum. (Received documents) in Autom. afdrukinstell. (Auto print settings) is geselecteerd, brandt het Faxgeheugen (FAX Memory)-lampje zelfs als de niet-afgedrukte fax in het printergeheugen is opgeslagen.
-
Wanneer u een document in het printergeheugen wilt bevestigen, afdrukken of verwijderen, kunt u het gewenste document selecteren met behulp van het transactienummer. Als u het transactienummer van het gewenste document niet weet, kunt u eerst de lijst met documenten (GEHEUGENLIJST (MEMORY LIST)) afdrukken.
Meer informatie over het afdrukken van de GEHEUGENLIJST (MEMORY LIST) vindt u in Een document in het printergeheugen afdrukken.
Informatie over ontvangen faxen
Standaard worden ontvangen faxen direct afgedrukt nadat ze worden ontvangen.
Daarnaast worden faxen automatisch in het printergeheugen opgeslagen wanneer ze worden ontvangen.
Het printergeheugen heeft echter een maximale limiet voor het aantal faxen of onderwerpen dat het kan bevatten. Wanneer de hoeveelheid opgeslagen faxen de maximumcapaciteit van het printergeheugen overschrijdt, worden de eerst opgeslagen faxen overschreven door de laatst opgeslagen faxen.
Zolang er papier in de printer is geplaatst, wordt er afgedrukt, zelfs als de resterende inkt onvoldoende is. Als de inkt bijna op is, kunnen afgedrukte faxen daarom onduidelijk zijn vanwege het vervagen van inkt. Wanneer de hoeveelheid opgeslagen faxen de maximumcapaciteit van het printergeheugen overschrijdt, worden de opgeslagen faxen in het printergeheugen verwijderd, beginnend met de eerst ontvangen faxen. U kunt faxen daarom mogelijk niet (goed) bekijken via het afgedrukte materiaal of het printergeheugen.
Zorg daarom voordat u de faxvoorzieningen gebruikt, dat er voldoende inkt in de inkttank is. Daarnaast raden we aan de inkttank op tijd bij te vullen, zodat de inkt niet opraakt tijdens het afdrukken van faxen. Bekijk de resterende inkt in de inkttank van de printer.
We raden u bovendien aan afgedrukte pagina's direct te controleren nadat faxen zijn ontvangen. Als een fax in het printergeheugen blijft, kunt u deze opnieuw afdrukken nadat de inkttank is bijgevuld.
Als [Niet afdrukken] is geselecteerd bij [Ontvangen docum.] voor [Autom. afdrukinstell.] onder [Faxinstellingen] op het bedieningspaneel van de printer, worden de ontvangen faxen niet direct afgedrukt. In plaats daarvan worden faxen automatisch in het printergeheugen opgeslagen en kunt u de opgeslagen faxen selecteren en afdrukken. In deze instelling ontvangt de printer geen faxen als het printergeheugen de maximumcapaciteit heeft bereikt. Opgeslagen faxen worden daardoor niet automatisch overschreven.

